Tekstgrootte
Op het Rupsje werken wij met het VVE-programma ‘Startblokken’. Het programma werkt met thema’s en biedt leuke, doelgerichte activiteiten op verschillende niveaus aan. Deze activiteiten zijn o.a. bedoeld om de woordenschat van de kinderen spelenderwijs te vergroten. De thema’s die gekozen worden zijn zoveel mogelijk gelijk aan de thema’s die aangeboden worden in onze kleutergroepen. Onze peuter- en kleuterleidsters bereiden de thema’s gezamenlijk voor en zorgen voor activiteiten waarbij de peuters en de kleuters ook mogelijkheid hebben om samen te spelen en te leren.
Algemene ontwikkeling
Jonge kinderen leren vooral door spel en interactie. Op het Rupsje hebben we veel ontwikkelingsmateriaal om het denken te stimuleren, bijvoorbeeld spelletjes, puzzels, blokken enz. We bieden gevarieerde activiteiten om de peuters te stimuleren zoals kleuren benoemen, tellen, dieren benoemen, de dagen van de week leren kennen.
Taalontwikkeling
Taalontwikkeling is van groot belang voor de totale ontwikkeling van kinderen. Ze hebben een groot woordenschat nodig om te kunnen communiceren en duidelijk te maken wat ze willen. Tevens is een goede taalontwikkeling belangrijk voor het schoolsucces op latere leeftijd.
Een deel van de kinderen die onze peuteropvang bezoekt heeft een andere thuistaal dan het Nederlands. Zij hebben een extra stimulans nodig om hun woordenschat in de Nederlandse taal te vergroten. Daarom wordt er bij het spel in de verschillende thematische hoeken volop met en door de kinderen gepraat. Zo oefenen ze spelenderwijs en vanzelf de Nederlandse taal.
Op de Vlinder hebben we een taalgroep voor niet-Nederlandssprekende kleuters: de Cocon. De gespecialiseerde NT2-leerkrachten van de Cocon zijn nauw betrokken bij de opzet van de taalactiviteiten van het Rupsje en begeleiden de medewerkers van het Rupsje oa bij het aanleren van ondersteunende gebaren.
Motorische ontwikkeling
In de peuterperiode ontwikkelt zich ook de motoriek van een kind. Voor jonge kinderen is het daarom extra belangrijk dat zij de ruimte krijgen om te bewegen en zo hun vaardigheden te vergroten. Als het kan gaan we elke dag naar buiten. Daar hebben de kinderen de gelegenheid om te rennen en te klauteren, te springen en met de bal of in de zandbak te spelen.
We maken ook gebruik van de speelzaal, waar we gericht vaardigheden oefenen voor de grove motoriek. Voor de ontwikkeling van de fijne motoriek knutselen we samen, doen we puzzels of kan er gebouwd worden. Naarmate een peuter zich ontwikkelt worden ook de bewegingen fijner en soepeler. De kinderen leren omgaan met een schaar of kralen te rijgen.
Gevoel en gedrag
Gedurende de peuterleeftijd ontwikkelen kinderen ook hun gevoel en gedrag. We besteden hier veel aandacht aan. Op het moment dat ze naar het Rupsje gaan, verandert er immers veel voor ze. Ze moeten zich aan regels houden en leren grenzen kennen. Misschien zijn ze voor het eerst voor een paar uur van huis zonder mama of papa. Ze moeten leren zich los te maken en om te gaan met een groep. Het kan ook zijn dat ze niet gewend zijn om steeds in het Nederlands aangesproken te worden. We stimuleren de kinderen vooral om samen te spelen en samen te ontdekken. Ze oefenen om samen te werken, een ander te helpen en zich in een ander te verplaatsen. Op de Vlinder werken we met het systeem Schoolwide Positive Behavior Support wat inhoudt dat we gewenst gedrag aanleren en belonen. De eerste stappen van SWPBS worden gezet bij de peuters. Zij leren welke gedragsverwachtingen er gelden in en om de school zoals “na het spelen/werken ruimen we samen op”. Daar horen vooral ook veel complimenten bij als iets goed gaat.
Zelfstandigheid
Kinderen leren spelenderwijs meer zelfstandig te zijn. Daarnaast oefenen we ook bewust dagelijkse handelingen met de peuters zoals handen wassen, eten en zelfstandig een jas aan en uit doen. Ook daarbij zijn complimenten belangrijk.